Paarden boeiden mij al voordat ik kon lopen. Op de arm van mijn vader stond ik geheel voor ze open. Ik heb altijd een bijzonder contact met hen gehad. Ze luisterden naar mij: als ik wat te zeggen had of als ik wat wilde. Vanaf mijn 10e ben ik met zeer veel enthousiasme gaan rijden, het liefst op karaktervolle pony’s of paarden.
Door een ongelukje met acrobatiek in 2004 heb ik een draai in mijn leven gemaakt. Ter revalidatie fietste ik in de buurt rond, waarbij ik steevast een weide met jonge paarden bezocht. Als ik me goed voelde, kwamen ze naar me toe. Baalde ik omdat ik nog steeds niet genezen was, zagen ze me niet staan. Die ervaringen in de wei vormden het markeringspunt voor mijn huidige manier van werken.
Mijn eigen paarden laten mij dagelijks zien hoe ik bezig ben. Ben ik gestrest, trakteren ze mij op een gespannen houding met het risico van uitspatting. Ben ik blij, springen ze vrolijk met mij los door de wei. Heb ik behoefte aan aandacht, komen ze gewoon rustig bij me staan. Ik ben hen elke dag dankbaar.
Rijden is zeker niet het belangrijkste, al vind ik dat heel erg leuk. Ik houd mijn paarden verder in conditie door het longeren met dubbele longe en door technieken van het rechtrichten. Zo worden ze steeds soepeler en sterker.